Luister naar verhalen van mannen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:
Met de gesproken tekst meelezen
18 augustus 1945. De uitbarsting van vreugde waar we drieënhalf jaar naar hadden uitgezien, bleef achterwege. Waren we afgestompt, te moe, ondervoed en niet meer in staat de blijheid op te brengen die zo’n bericht toch moest oproepen? Enkelen gaven elkaar de hand of een stomp in de ribben. Veel meer aan emoties was er niet.
Dam Backer, Mantsjoerije, China
Het bericht dat Japan had gecapituleerd moesten we stilhouden, want de kampleiding stond op gespannen voet met de Japanners en wilde grotere problemen voorkomen. Het gevolg was dat veel mensen het nieuws niet geloofden.
De eerste dagen was er haast geen verschil. De Japanners bleven doorzagen over meer mensen voor corvee. Pas de vijfentwintigste kwam de officiële mededeling van de Japanners dat de oorlog afgelopen was. We wilden de stad in en maakten gaten in de omheining, maar zelfs de aanhangers van Soekarno probeerden ons tegen te houden. Ik slaagde erin langs te glippen en heb inkopen gedaan op de pasar, net als vroeger.
Johan Warmer, Bandung
Na de Japanse capitulatie gooiden geallieerde vliegtuigen drums met voeding, kleding en medicamenten naar beneden. Van sommige ging de parachute niet open, waardoor ze dwars door de daken van onze barakken heen sloegen. Bij zo’n inslag kwam opeens een van de krijgsgevangenen door het gat in het dak naar buiten met een Nederlandse vlag in zijn hand. En maar zwaaien en zwaaien! Het moreel stond in ieder geval weer op een hoog peil.
In de pakketten zat ook DDT, een landbouwgif. Ik dank nog de uitvinder hiervan, want dankzij deze ontsmettingsstof zat het kamp in een mum van tijd zonder vlooien, luizen en wandberen. Fantastisch was dat. Normaal slapen. Geen jeuk, niet krabben, geen stank. Alles viel van me af en ik sliep tot ver in de ochtend.
Dolf Winkler, Japan
Om te lezen: bevrijding?
Bevrijding?
De bevrijding in Nederlands-Indië was niet zoals in Nederland. Er waren geen feesten op 15 augustus 1945. Er waren geen bevrijders en er was geen vrede. De meeste mensen in de kampen hoorden pas een of twee weken later dat de oorlog was afgelopen. Hier en daar werd een Nederlandse vlag gehesen die iemand stiekem had bewaard. Men zong het Wilhelmus. Maar de mensen mochten de kampen nog niet verlaten, omdat het op straat te gevaarlijk was. Daar was een nieuwe oorlog, een vrijheidsstrijd uitgebroken. Al snel was er wel meer eten.
Bersiaptijd
De gewelddadige periode vlak na Japans capitulatie op 15 augustus 1945 wordt de Bersiaptijd genoemd. In de heersende chaos op Java grepen vechtende jongeren, Pemoeda’s, hun kans. Zij wilden revolutie en een onafhankelijk Indonesië, maar ook wraak op de buitenlanders. Hun leus was: ‘Bersiap’. Dat betekent: ‘wees paraat’. Vooral Chinezen, Molukkers en de Indische Nederlanders die buiten de kampen woonden werden beschoten, ontvoerd, beroofd en vermoord. Schattingen van het aantal doden variëren van 3500 tot 20.000. De geïnterneerden konden de kampen niet verlaten. Nu werden de Japanners hun beschermers en de Indonesiërs hun vijand. De rollen waren omgekeerd.
Onafhankelijkheidsstrijd
Op 17 augustus 1945 riepen de Indonesische leiders Soekarno en Hatta de Republiek Indonesië uit. Nederland erkende de Republiek niet en wilde de kolonie terug. Een bekende kreet was: ‘Indië verloren, rampspoed geboren’. Want Nederland verdiende voor de oorlog veel geld aan Indië. Nederland stuurde 100.000 militairen naar Java en Sumatra om in te grijpen in 1947 en 1948. Men noemde dit ‘politionele acties’. Het leger trad zogenaamd op als politiemacht om rust en orde te herstellen. Maar het was oorlog en de strijd was bloedig aan beide zijden. En het tij was niet te keren. Andere landen, vooral de Verenigde Staten, dwongen Nederland te stoppen. In december 1949 werd Indonesië ook wat Nederland betreft onafhankelijk. Soekarno werd de eerste president van het land.
Uitgelicht
Met de gesproken tekst meelezen
Dolf Gogelein maakte begin oktober 1945 deze tekening met de titel Indonesische Demonstratie Semarang. De Tweede Wereldoorlog is ruim zes weken voorbij. Indonesië heeft de onafhankelijkheid uitgeroepen, maar in werkelijkheid verkeert het land in een soort vacuüm waarin niemand daadwerkelijk de macht heeft, ook de Indonesische nationalisten niet. Voor hen is het daarom belangrijk om zich te laten zien. Met een stoet auto’s trekken ze door Semarang. Op de tekening staan er drie. Het meest prominent, links in beeld, is een open vrachtwagen waarop een spandoek met de tekst Repoeblik Indonesia is gespannen. De laadbak staat vol mannen in het wit, die juichen en Merdeka roepen, onafhankelijkheid. Ze zijn bewapend met iets wat op speren lijkt. Op het dak wappert een grote rood-witte vlag, net zoals op de auto die volgt: de vlag van het onafhankelijke Indonesië. De derde auto met een rood-witte vlag op de motorkop is maar net zichtbaar. Er staan wat toeschouwers langs de weg, niet erg veel. Indonesiërs. Je kunt je voorstellen dat westerlingen zich gedeisd hielden.
Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van vrouwen
Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.