Luister naar verhalen van mannen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:
Met de gesproken tekst meelezen
Honderden zieken waren er, met een stapeltje vuil ondergoed als kussen. Deerniswekkend van magerte. Hun ribben zichtbaar onder een strakgespannen huid. Ze waren te zwak om zich te bewegen of naar de latrines te kruipen. Ze wankelden op de grens van leven en dood. Overal klonk het gekreun van stervenden, gillend van kramp, rillend van koorts. Onze artsen deden wat ze konden. Het ontbrak hen echter aan medische apparatuur, aan medicijnen, aan verbandmiddelen. Dagelijks stierven er vijf à zes. Sommigen langzaam en pijnlijk, anderen snel. Velen gelaten, berustend, en vredig. Anderen schreeuwden hun angst en wanhoop uit.
Harrie Schurgers, Thai-Birmaspoorweg
Te Changi maakte ik voor het eerste mee dat men de dode niet kistte, doch wikkelde in doeken en hem op een bamboebaar gebonden ter aarde bestelde. De Jappen stelden het benodigde materiaal ter beschikking. Het kerkhof zag er uiterst verzorgd uit. Een Engelse officier was met de leiding belast. Uit alles bleek dat deze taak voor hem meer betekende dan slechts een baantje. Met de meest nauwgezette vervulling meende hij een laatste eer aan de gestorvenen te bewijzen. En zo was het ook.
Carel Hamel, Changi-kamp, Singapore
Om te lezen: veel doden in de laatste maanden
Veel doden in de laatste maanden
In de laatste maanden van de oorlog nam het aantal zieken enorm toe. Velen haalden het einde van de oorlog niet. Het was een race tegen de tijd. Iedere dag dat de oorlog langer duurde kon er één te veel zijn. Van de ongeveer 100.000 burgergeïnterneerden overleden er 13.000. Bij het begraven van de doden werd iedereen ingeschakeld. Ook kinderen hielpen mee met het dragen van de kist of mat waarin de overledene was gelegd. Het werd een dagelijks ritueel; de doden die via de poort het kamp verlieten. Veel mensen verloren een of meerdere dierbaren; een vader, moeder, broer, zus, vriend of vriendin.Uitgelicht
Met de gesproken tekst meelezen
Johan Gabriëlse zat opgesloten in een kamp voor oude mannen en jongens. Het is wrang dat hij deze tekening een paar maanden voor zijn eigen dood in juni 1945 maakte. Afgebeeld zijn vier jongens die een doodskist dragen, twee aan elke kant. Waarschijnlijk zijn er nog twee dragers. Hoe oud zijn ze? Een jaar of twaalf hooguit.
Wie er ten grave wordt gedragen, weten we niet. Aan het formaat van de kist te zien waarschijnlijk een van de oude mannen uit het kamp. De jongens dragen de kist tussen twee rijen mannen door, die een soort erehaag vormen. Maar deze erehaag heeft niets plechtigs. De mannen staan daar met gebogen hoofden en hangende schouders. Hun kleren slobberen om hun vermagerde lichamen. Op de achtergrond wappert was aan een lijn tussen twee bomen. Louk Woortman zat als jonge jongen ook in dit kamp. Hij vertelt:
“Tot de taak van de jongensbarakken hoorde ook het erewacht staan als overleden kampgenoten het kamp uitgedragen werden. De overledenen werden dan vanuit het lijkenhuisje naar de poort gedragen, waarbij hun kampmaten, aangevuld met jongens, voor een erehaag zorgden tot aan de poort. Bij die gelegenheid werden in het Hollands commando’s gegeven. Daar zei de Jap niets van. Soms moesten we een aantal keren per dag staan. GEEEEEEFT … ACHT! sjok sjok sjok sjok … PLAATS … RUST! en als de poort weer dicht was; INGERUKT! om er een kwartiertje later weer te staan. Buiten het kamp werden de doden met een vrachtwagen afgevoerd en ergens in de buurt ter aarde besteld. Daar waren we nooit bij aanwezig.”
Met de gesproken tekst meelezen
De onbekende maker van deze tekening werkte als dwangarbeider aan de Thai-Birmaspoorweg. Afgebeeld is een begraafplaats. De aanleg van de spoorlijn moet inmiddels ver zijn gevorderd. Velen zijn onder de zware omstandigheden bezweken. In elk geval zijn er al heel wat graven. Een volgende begrafenisstoet is op weg. Op twee brancards liggen een Nederlander en een Brit, gewikkeld in doeken en afgedekt met de vlag van hun land. Naast de brandcard met de Nederlander loopt een priester, de bijbel opengeslagen. Naast de andere lopen twee mannen met spades op de schouder. Zij zullen straks de kuil dichtgooien. Prominent in beeld drie gieren bovenin een boom. Een aantal soortgenoten cirkelt boven de begraafplaats.
Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van vrouwen
Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.