Deze kleine, kruipende griezel hoortbij de wereld van de zwarte magie. Het zijn uitbeeldingen van kwade geesten en krachten, half mens en half dier. Volgens oude verhalen van de Groenlanders werden ze gemaakt door mensen met magische krachten met als doel anderen kwaad te berokkenen of zelfs te doden.
Tussen de rotsen
Was een tupilak klaar, dan werd hij tussen de rotsen gelegd of in het water gelaten om zijn slachtoffer op te zoeken. Het behekste wezen kroop dan naar de woning van het slachtoffer en verborg zich daar, het liefst bij de ingang of onder een drempel. Op die manier was bij weggaan of binnenkomst contact met de tupilak verzekerd, zodat deze zijn slechte krachten optimaal kon overbrengen.
Pech
En zo kon het gebeuren dat het slachtoffer, altijd een goede jager geweest, bemerkte dat wanneer hij de harpoen naar een zeehond wierp, hij nu plotseling er naast gooide en niet trof. En wanneer hij terugkeerde, zonder voedsel, bleek dat zijn vrouw de pan met heet water over haar benen had gekregen. En hun kind, altijd gezond, werd plotseling ziek en stierf binnen twee dagen. Wij zouden dan misschien zeggen: “Wat heeft deze man een pech gehad”. Maar de jager zou zeggen: “hier klopt iets niet; hier is hekserij in het spel; iemand wil mij schade toebrengen”.
Wanneer hij in zijn woning ging zoeken, zou hij de tupilak kunnen vinden. Op dat moment wist hij zeker dat er kwade opzet in het spel was. Hij kon echter aan de boze krachten van de tupilak ontsnappen. Beschikte hij over grotere magische krachten dan de tupilak, dan kon hij dit wezen opnieuw beheksen en ditmaal met meer negatieve krachten. De tupilak kroop daarna terug en keerde zich tegen zijn maker. Die werd met grotere, negatieve krachten geconfronteerd en trok als het ware al het ongeluk, dat hij een ander had toegewenst, over zichzelf heen.
Speciaal voor bezoekers uit Europa
Toen de eerste Europeanen Oost-Groenland bezochten en de verhalen over de tupilait hoorden, wilden ze weten hoe ze eruit zagen. De Groenlanders begonnen ze in kleine sculptuurtjes uit te beelden; eerst in hout, later ook in ivoor, been en steen. De makers bemerkten, dat hoe gevaarlijker en grotesker ze deze beeldjes maakten, hoe mooier de Europeanen ze vonden. Zo werd een afzet markt geschapen. Nu zijn het geliefde souvenirs voor de toeristenmarkt geworden, die herinneren aan de tijd dat de Groenlanders verklaringen zochten voor het onheil dat hen of anderen overkwam.
Een groot aantal tupilaks is te zien in de tentoonstellingen One Planet en in de Poolzaal.