In 1942 werd Nederlands-Indië veroverd door Japan. In het Aziatische rijk dat Japan voor ogen had, was voor westerse invloeden geen plaats. De militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en mensen die nauw bij dit leger waren betrokken, werden krijgsgevangen gemaakt.
Inheemse KNIL-militairen werden alweer snel vrijgelaten, maar moesten hun eed van trouw aan het Nederlandse gezag herroepen. Velen deden dat niet, waaronder de meeste Molukkers. Hen wachtte dwangarbeid. 42.000 Europese KNIL-militairen kwamen in krijgsgevangenkampen terecht; ook zij werden vaak als dwangarbeiders ingezet. 100.000 andere mannen, vrouwen en kinderen werden vanwege hun westerse achtergrond opgesloten in concentratiekampen. 150.000 mensen van gemengde afkomst bleven buiten de kampen, maar moesten daar vaak zonder baan en inkomen zien te overleven in een omgeving die steeds vijandelijker werd. Al deze mensen hebben een eigen ervaring met de Japanse bezetting en de gevolgen hiervan. In deze online-tentoonstelling presenteert het Museon aan de hand van voorwerpen, tekeningen en audio een groot aantal van deze persoonlijke verhalen.
Luister naar de introductie bij de online-tentoonstelling:
Gesproken tekst meelezen
In deze tentoonstelling staan de verhalen centraal van mensen die de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië hebben meegemaakt. Daar woonden toen zo'n 70 miljoen mensen. De oorspronkelijke bewoners zoals Javanen, Balinezen, Molukkers en Papoea’s. Maar ook Chinezen en andere Aziaten. En Europeanen. Die laatsten vormden de kleinste groep. 260.000 mensen hadden de Nederlandse nationaliteit. Veel Nederlanders hadden een relatie met een Indonesische man of vrouw. In het dagelijks leven stonden de Europeanen bovenaan: zij hadden de meeste rechten, kregen het best betaald en woonden in ruime huizen met weelderige tuinen. Voor het huishouden hadden ze personeel. Met de Japanse verovering van de Nederlandse kolonie in 1942 kwam aan dit leven een eind. Japan was uit op de vestiging van een Aziatisch Rijk onder Japanse leiding. Voor westerse invloeden was daarin geen plaats. Europeanen die in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, het KNIL, dienden, werden opgesloten in krijgsgevangenkampen. Maar wat te doen met alle burgers van landen waarmee Japan in oorlog was? Zo’n 100.000 van hen kwamen in concentratiekampen terecht. Veel mensen met een Aziatische ouder of grootouder bleven buiten de kampen. Die hoopte men voor de Japanse zaak te winnen. De meesten voelden zich echter te veel met Europa en Nederland verbonden. Als gevolg van het door Japan aangewakkerde Indonesisch nationalisme, werd hun situatie steeds benarder.
Het Museon beheert een belangrijke collectie tekeningen die in de Japanse concentratiekampen zijn gemaakt. Deze collectie is opgebouwd uit schenkingen van mensen die na de Tweede Wereldoorlog Indonesië hebben verlaten. In het eerste gedeelte van de tentoonstelling vertellen we het verhaal van de oorlog in Azië aan de hand van tien persoonlijke verhalen. In de zaal tonen we een selectie tekeningen uit de Japanse concentratiekampen. In de audiotour voegen we zoveel mogelijk perspectieven toe: man, vrouw, kind, maar ook Nederlands, Indisch en Moluks.
Dit is een digitale versie van de tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting, die van 1 maart 2020 tot 28 feb 2021 in het Museon te zien was. Deze tentoonstelling kwam tot stand met (financiële) ondersteuning van 75 jaar Vrijheid, Raak Stimuleringsprijs, VFonds en Nationale Herdenking 15 augustus.