Luister naar verhalen van mannen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:
Gesproken tekst meelezen
Bij die eerste duw daar in Bandung gaf ik die Jap een duw even hard terug. Van verschillende kanten kwamen er prompt een paar andere Japanners toelopen. Al gauw hadden ze mijn armen in de klem en kon ik weinig meer doen. Een groep medekrijgsgevangenen was blijven staan. ‘Niks terugdoen, niks terugdoen,’ werd er geroepen. ‘Ze hebben gisteren nog een sergeant van ons het hospitaal in geslagen!’
Ik werd naar een wachtlokaal geduwd. De eerste klap kwam eigenlijk heel onverwachts: een flinke dreun op mijn linkerkaak die me bijna vloerde. Toen ik goed en wel weer in de houding stond, had ik de volgende al te pakken op mijn rechterwang. De slagen dreunden door mijn hoofd en bij de tiende klap voelde ik een scherpe pijn in mijn rechteroor. Ik werd nu echt bang. Hoe ver zal hij gaan?
Dam Backer, krijsgegevangenkamp Tjikoedapateuh, Java
Een paar NSB-ers gaven de kleinste overtreding bij de Japanse kampleiding aan. Op een zeker moment barstte de bom en ontstond er een vechtpartij. De aangevallen NSB-er liep naar het kantoor om hulp. Om tien uur kwam de Kempei-tai, alleen de NSB-er werd gehoord. Als straf werden er 25 willekeurige personen naar voren geroepen. Die werden ten aanschouwen van het hele kamp geslagen, geschopt, tegen de buik getrapt en met puntige stokken bewerkt. Zo’n marteling is niet te beschrijven.
Noud Vermeulen, mannenkamp Palace Hotel, Bandung, Java
Om te lezen: straf
Straf
De geïnterneerden probeerden hun eigen orde te handhaven met behulp van een eigen kamppolitie. Die lette vooral op diefstal en smokkel. Bij overtreding van de regels deelden de Japanse bewakers regelmatig straffen uit. Het hele kamp kreeg bijvoorbeeld strafappèl en moest uren in de zon of regen staan. Soms kreeg het kamp enkele dagen geen eten of ging de kampwinkel een paar dagen dicht. Binnen en buiten het kamp vonden geregeld huiszoekingen plaats. Alles werd onderste boven gehaald. De Japanners zochten naar verboden artikelen zoals radio’s, geld, paspoorten of de Nederlandse vlag.
Uitgelicht
Gesproken tekst meelezen
Op deze tekening van een onbekende maker worden drie mannen terechtgesteld. We kennen hun namen: Hendrik Karssen, Johann Wilhelm Mercus en Andries Hielkema. Met hun handen en voeten zijn ze vastgebonden aan de palen van een prikkeldraadomheining. Ze zijn geblinddoekt. De man vooraan op de tekening houdt zijn hoofd geheven, alsof hij dwars door zijn blinddoek heen zijn beulen recht in het gezicht kijkt. De man naast hem lijkt zijn blik af te wenden en kijkt naar de grond. De derde schreeuwt. Roept hij ‘Leve de koningin!’, zoals een getuige van de executie na de oorlog heeft opgetekend? Drie Japanse soldaten staan in aanvalshouding. De vlijmscherpe punten van hun bajonet steken al haast in de lijven van de veroordeelden. Zij voeren een opdracht uit. De opdrachtgever staat achter hen, kin omhoog, handen in de zij. Hij heeft zojuist gezegd dat het moment daar is. Achter hen de suggestie van een groep toeschouwers. Dat zijn de krijgsgevangenen die dit tafereel gedwongen gadeslaan. De tekenaar moet zich onder hen bevinden.
Het tafereel speelt zich af op 22 april 1942. Die dag had de Japanse kampleiding de order uitgevaardigd om de hoofden van de gevangenen kaal te scheren. Uit een barak verdwenen die nacht vijf gevangenen. Drie van hen werden gesnapt en voor straf geëxecuteerd. Het zijn de drie mannen op de tekening.
Gesproken tekst meelezen
Wie deze potloodtekening heeft gemaakt, weten we niet. Wel dat de tekenaar als dwangarbeider aan de Thai-Birmaspoorweg werkte. Is hij een van de krijgsgevangenen op de tekening die gestraft worden door hun bewakers? Links op de voorgrond een rij mannen. Een paar zijn er al met een geweerkolf tegen de grond geslagen. Het geweer is alweer op weg naar de volgende; een bewaker zwaait ermee als met een honkbalknuppel. Achter hem kijkt een officier toe, zijn ene hand aan zijn zwaard, de andere in zijn zij. Achter hem wordt een andere gevangene met stokslagen gestraft, aan zijn pet te zien een officier. Hij staat voor een barak met een Rode Kruisvlag. Wat er aan dit tafereel vooraf is gegaan, weten we niet. Is er een vluchtpoging geweest waarvoor een hele groep gevangenen collectief wordt gestraft?
Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van vrouwen
Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.