Lange tijd kenden we alleen fossielen van deze vis, maar ruim zeventig jaar geleden werd een levend exemplaar aangetroffen.
Al tijdens het Devoon zwommen er Coelacanthen in de oceanen. Meer dan 400 miljoen jaar geleden. Uit onderzoek aan fossiele Coelacanthen blijkt dat ze nauwelijks veranderd zijn. De meeste soorten leefden tijdens het Trias, 140 miljoen jaar na hun eerste verschijnen. Aan het eind van het Krijt, 65 miljoen jaar geleden, stierven ze samen met de dinosaurussen uit.
Tenminste, dat dachten we. Totdat er in 1938 een levende Coelacanth wordt gevangen in Zuid-Afrika.De vangst werd getoond aan Miss Courtenay Latimer, conservator bij het East London Museum in Zuid-Afrika. Zij kende de vis niet en stuurde een schets met een eerste beschrijving door naar een vissenspecialist. De opwinding was groot, telexen ratelden het nieuws over de wereld. Een lazarusvis! Een al lang geleden uitgestorven vis is nog springlevend!
Nieuwe vangst
Na de vangst van een coelacanth in Zuid-Afrika in 1938 bleef het lang stil. Veertien jaar later ontdekten onderzoekers op de eilandengroep van de Comoren nieuwe Coelacanthen. Door toenemende belangstelling en meer onderzoeksgeld zijn inmiddels alleen al in Zuid-Afrika op twee plaatsen 25 nieuwe vissen “aan het licht gebracht”. Naar verwachting zullen nieuwe Coelacanthen in de Indische Oceaan worden gevonden. Ondanks dat is – uit voorzorg om de belangstelling van het publiek in toom te houden – de soort op de lijst van bedreigde diersoorten geplaatst.
Vismarkt
Op 30 juli 1998 werd in Nature melding gemaakt van de vangst van een nieuwe coelacanth, maar nu bij het vulkanische eiland ManadoTua, Noord-Sulawesi, Indonesië. Deze populatie coelacanthen leeft op zeker 10.000 kilometer afstand van de Comoren, hetgeen een nieuwe verrassing betekent. Waarschijnlijk behoort de Indonesische coelacanth tot dezelfde soort als die van de Comoren. Kennelijk hebben meerdere populaties in de Indische Oceaan het Tertiair en het Kwartair overleefd.
Voor de inheemse bevolking was deze vis echter niet onbekend, want al een jaar eerder lag hij gewoon op de vismarkt als 'raja laut', ofwel 'koning van de zee'.
Hoe zwemt de coelacanth?
Coelacanthen zijn langzaam zwemmende vissen die in een klein gebied rondhangen. Pas als zij een prooi zien of als er gevaar dreigt, zwemmen ze zoals andere vissen dat doen. Dan maken ze met krachtige slagen van staart en achterlijf snelheid. De voorste rugvin kan opgeklapt en neergeslagen worden en zorgt ervoor dat de vis in evenwicht blijft.
De borstvinnen en buikvinnen zijn zeer beweeglijk, ze kunnen behalve naar voren en naar achteren ook om hun as draaien. Hoewel de gepaarde vinnen onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen net zoals bij viervoetige landdieren, is nooit waargenomen dat zij worden gebruikt bij voortbeweging over de bodem. Heel merkwaardig is het kopstaan. De vis draait zijn kop naar omlaag en blijft zo enkele ogenblikken rechtop in het water staan. De betekenis van dit gedrag is niet precies bekend. Het kan te maken hebben met de werking van een elektrisch orgaan dat direct onder de bovenlip ligt. De vis zou zo prooien en andere Coelacanthen kunnen opsporen.
Geen eieren
De meeste vismoeders maken eieren die ze meestal met duizenden, ja soms met honderdduizenden tegelijk in het water loslaten. De stromingen in de zee verspreiden ze zodat ze heel ver weg kunnen drijven. De voortplanting van de Coelacanth gaat anders. Geen eieren in het water, nee ze komen uit in de buik van de moeder waarna ze geboren worden. Dat betekent dat de jonge vis opgroeit in het gebied waar ook de moeder leeft. En dat betekent dat de Coelacanth zijn leefgebied maar heel moeilijk kan uitbreiden.
Een verre voorouder
Coelacanthen zijn de naaste verwanten van de longvissen. Longvissen gingen 350 miljoen jaar geleden aan land, en alle gewervelde landdieren zoals amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren en ook wij mensen stammen daar van af.
Bekijk de longvissen in de collectie van Museon-Omniversum
Levende fossielen
Als een soort lijkt op een dier dat al lang uitgestorven is, spreken we van een levend fossiel. Ze zijn uniek omdat ze zich zo lang hebben kunnen handhaven en er geen verwanten van hun soort meer in leven zijn. Daarom zijn haaien bijvoorbeeld geen levende fossielen. De coelacanth van nu leeft in dezelfde omgeving als 65 miljoen jaar geleden en is net als zijn milieu nauwelijks veranderd. Toch is deze soort niet precies dezelfde als die van toen. Zoek de verschillen…