Luister naar verhalen van vrouwen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:
Gesproken tekst meelezen
De kinderen vermaakten zich met wat rommeltjes, een lapje, een strengetje garen, in elk geval bitter en bitter weinig. Meisjes maakten handwerkjes voor vader als hij terugkwam, de jongens knutselden wat met blik. Mini-tuingereedschapjes, hangend aan een stukje karton, ook bestemd voor vader. Wij, volwassenen, tekenden, beschilderden knopen of oorknoppen, bewerkten bamboe voorwerpjes met vaasjes als brandglas, borduurden a-b-c-boekjes of mini-kalendertjes en maakten kampgedichtjes. Telkens iets nieuws, een ware concurrentie.
Els Baljon, Bloemenkamp, Java
Er werden toneelstukjes geschreven en liedjes gemaakt. De Jappen kwamen wel eens kijken, er waren ook geschikte bij. Kerst vierden we altijd. De mensen hadden altijd nog wel eens stukje kaars.
Emmy Hannedoes-Halfhide, vrouwenkamp De Boei, Sumatra
Enige dagen geleden zat ik bij de put een boek over de belevenissen van een doktersvrouw te lezen. Ondanks alle tegenslagen vond ze telkens de moed om verder te gaan. Ik dacht: “Waar haal ik die moed eigenlijk vandaan?” Opeens dacht ik aan de Bijbelse verhalen die pappie en mam ons voorgelezen hadden. Dat gaf me nieuwe moed, ook hier in het kamp met zijn honger, uitzichtloosheid en trieste dingen.
Anneke Bosman, vrouwenkamp Tjihapit, Java
Op een ochtend kwamen er vrachtauto’s met Japanners het terrein op rijden: politie. In de kamers haalden ze koffers ondersteboven. Overal huilende dames, toen hun sieraden werden weggehaald. Ook allerlei andere dingen namen ze mee, naaimachines, schrijfmachines enz. De hele dag zijn ze bezig geweest, maar ondanks alle narigheid zouden ze ons er niet onder krijgen. ’s Avonds hebben we de opvoering van ‘Een avondje bij de familie Stastok’ gewoon door laten gaan!
Nora Prins, vrouwenkamp Brastagi, Sumatra
Om te lezen: tijdverdrijf
Tijdverdrijf
Uit de meegebrachte boeken vormde men overal uitleenbibliotheken. Tijdens de internering lazen de mensen veel. In alle kampen werd veel gekaart, vooral bridge was populair. Voor de jeugd werden er clubs georganiseerd en in veel kampen richtten padvinders een afdeling op. Aan sport kon niet veel worden gedaan door gebrek aan ruimte en materiaal, later kwam daar gebrek aan energie bij. Toch werd er in het begin wel veel gesport: atletiek, handbal, voetbal enz. In veel kampen op Java was ochtendgymnastiek, taiso, verplicht. Er werd veel geknutseld. Van lapjes, blikjes, touwtjes, stukjes hout, bamboe of een kokosnoot maakten de kampbewoners gebruiksvoorwerpen en cadeautjes. In de vrouwenkampen werd veel geborduurd. Mannen en vrouwen die nog nooit iets hadden gemaakt, bleken grote fantasie en handigheid te bezitten. Veel mensen tekenden en schilderden of hielden een dagboek bij. Het bijhouden van een dagboek was ten strengste verboden, maar veel mensen lapten dat verbod aan hun laars.
Muziek, cabaret en toneel
Overal zochten de geïnterneerden naar afleiding en ontspanning. In alle kampen ontstonden zangkoren. Zangers en luisteraars beleefden hieraan veel plezier. Soms hadden mensen een muziekinstrument bij zich. In veel verschillende kampen waren orkestjes en soms werden er toneel- of cabaretvoorstellingen gegeven. Alles werd dan zelf gemaakt: tekst, decors, kleding, affiches enz. In veel kampen moest men na verloop van tijd de muziekinstrumenten inleveren. In het vrouwenkamp Muntok op Sumatra ontstond een bijzonder koor. Twee muzikale vrouwen wisten uit hun hoofd muziek op te schrijven die oorspronkelijk bestemd was voor een orkest. De benodigde instrumenten waren er niet in het kamp, wel veel verschillende stemmen. Ze maakten van de orkestmuziek arrangementen voor een vierstemmig koor. Zo ontstond een stemmenorkest. Eind december 1943 werd het eerste concert gegeven. Daarna volgden nog vele concerten. In het koor zaten 30 Britse, Australische en Nederlandse vrouwen.
Feestdagen
Feestdagen werden zoveel mogelijk ‘gewoon’ gevierd. Het gaf een gevoel van saamhorigheid en bood afleiding. De viering van kerstmis en oud en nieuw was bijna overal toegestaan. Op 5 december vierde men sinterklaas met grapjes, gedichten en kleine attenties. Met verjaardagen ging men bij elkaar op bezoek met zelfgemaakte cadeautjes. Koninginnedag viel destijds op 31 augustus. Op die dag was koningin Wilhelmina, de grootmoeder van koningin Beatrix, jarig. De verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis mochten niet gevierd worden. Religie Veel mensen zochten en vonden steun en troost bij het geloof. Daar waren ook mensen bij die zich voor de oorlog niet zo interesseerden voor godsdienst. In het begin waren kerkdiensten toegestaan, maar vanaf 1944 werden alle bijeenkomsten verboden. Soms liet men het toch oogluikend toe. In andere kampen mocht men nog wel in kleine groepen bijeenkomen om te bidden of de bijbel te lezen.
Uitgelicht
Gesproken tekst meelezen
Een muziekuitvoering in een kamp in Tjimahi op Java, getekend door Lodewijk de Geer Boers. We kijken over twee rijen publiek heen naar het podium met daarop de zesmansformatie Onderhoud & Ontspanning. Het orkest ziet er goed uitgerust uit, met een cello, viool, accordeon, klarinet, saxofoon en piano. De muzikanten stralen plezier uit. De pianist lijkt van papier te spelen. De anderen spelen uit het hoofd. Dat is niet zo gek, want papier is schaars. In de woorden van de pianist Loo Vincent, die ook in een van de kampen in Tjimahi gevangenzat:
“Elk stukje papier werd benut om muziekpartijen te noteren. Dat gebeurde uit het hoofd en, meestal wegens ruimtegebrek, in het zogenaamde cijferschrift. Deze cryptische notaties wekten na ontdekking het wantrouwen op van de Japanners en werden prompt verbrand.”
Gesproken tekst meelezen
Een hoek van het kamp die ingericht is als concertzaal. We bekijken hem vanuit het perspectief van de tekenaar, Jan Kickhefer. Zijn hand met potlood en het tekenpapier zijn midden onder zichtbaar. Hij zit achterin de zaal en kijkt tussen twee mannen door in de richting van het podium. Hij kijkt tegen de rug aan van een man die J. van Amerongen heet. Dat staat althans op de rugleuning van zijn stoel, die hij blijkbaar zelf heeft meegenomen. Het moeten zes muzikanten op het podium zijn, zo weten we uit de aantekeningen van een van hun medegevangenen, allen Hongaars. Zichtbaar zijn een of twee violisten, een pianist en een accordeonist. Dankzij een aantekening in het handschrift van de tekenaar weten we ook wat ze op dit ogenblik spelen: Souvenir de Moscou van de Poolse componist Henri Wieniaski. Engelse, Amerikaanse of Nederlandse muziek mochten ze niet spelen, zo weten we, al ging er soms toch een verboden deuntje tussendoor.
Het optreden is goed bezocht; tussen de tekenaar en het podium bevinden zich heel wat gevulde rijen. Wat opvalt is de versleten kleding. Het is februari 1945 en de gevangenen doen inmiddels al een hele poos met de paar kleren die ze bezitten. Gelukkig beschikken ze wel over lappen stof om de ergste gaten mee te dichten. Schoenen hebben ze inmiddels niet meer; ze zijn blootsvoets of dragen kampklompen die ze zelf hebben gemaakt.
Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van mannen
Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.