Logo One Planet
Een bewaker houdt toezicht bij de aanleg van de Thai-Birma-spoorweg door dwangarbeiders
Een bewaker houdt toezicht bij de aanleg van de Thai-Birma-spoorweg door dwangarbeiders

“Als je maar even stilstond, kreeg je een pak rammel.”

Luister naar verhalen van mannen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:

Gesproken tekst meelezen

De eerste kennismaking met de donkere gangen van de kolenmijn bezorgde me een enorme angst. We gingen met treintjes omlaag en kwamen we in de diepste gangen terecht. Wat een beklemming. En zo warm en benauwd. In ploegen van zestien man moesten we de wagens vullen met kolen. Dat deden we met een mandje en een soort schraapschepje. De Jappen die aan de mijn verbonden waren, waren rotzakken. Als je maar even stilstond, kreeg je een pak rammel. Later kregen we een andere Japanner, Tamura. Hij gaf ons vaak rust, sloeg nooit en gaf ons wel eens een visje. Soms smokkelde hij een Japanse krant het kamp in, een kampgenoot sprak Japans en vertaalde de nieuwsberichten voor ons.
Dolf Winkler, krijgsgevangenkamp Mizumaki, Japan


Medische dienst, waterreinigingsdienst, magazijn, administratie, houthakkers, irrigatie, schoenmakers, kamppolitie, kleermakerij, begraafplaats enz. De lui die hiervoor werkten hoefden geen landbouw te doen. Ik werkte mee aan beerputten, allerlei ovens voor grote pannen, petroleumblikken, gamellen enz., karren op auto-onderstellen, kaartjes voor de landbouw, oogkaarten voor de dokter, kortom alles wat met tekenen verband hield.
Johan Warmer, Kesilir, Java


De Japanners hebben de bewoners van de dorpen gedwongen om te zorgen voor eten. Zonder betaling. De gehele bevolking werkte. Vrouwen, mannen, allemaal werkten ze, in de tuinen. Het waren allemaal hele grote tuinen.
Amatus Renjaan, buiten de kampen op de Molukken

  • Hans Franz, Omslag Hollandsche Kampkrant. Krijgsgevangenkamp Nakhon Pathon, Thailand, eind 1944. Coll. nr. 66424 m
  • Pim van Boxsel, Oebis planten. Mannenkamp Baros 5, datum onbekend. Coll. nr. 66642
  • Jan Kickhefer, Grondwerkzaamheden. Mannenkamp Kampement 4de + 9de Bataljon, Java, 1945. Coll. nr. 66187 b
  • L.D. de Kroon, Corvee. Thai-Birmaspoorweg. Coll. nr. 66502
  • Cornelis van Steenwijk, Het vervaardigen van lonten voor de Japanners. Krijgsgevangenkamp ADEK, Java, december 1943. Coll. nr. 66121
  • Cornelis van Steenwijk, Boten bouwen voor de Japanners. Krijgsgevangenkamp ADEK, Java, september 1943. Coll. nr. 66116
  • Schalker, Omslag Hollandsche Kampkrant. Krijgsgevangenkamp Nakhon Pathon, Thailand eind 1944. Coll. nr. 66424 m
Om te lezen: dwangarbeid

Dwangarbeid

Krijgsgevangenen werden verplicht tot dwangarbeid bij de aanleg van bijvoorbeeld vliegvelden en spoorlijnen. Dwars door het oerwoud van Birma en Thailand werd een 414 km lange spoorlijn aangelegd, de Birmaspoorweg. En in Sumatra de 220 km lange Pakan Baroe-spoorlijn. Die was precies op 15 augustus 1945 klaar, de dag waarop Japan zich overgaf. Het werden dodenspoorlijnen genoemd omdat zeker een kwart van de krijgsgevangenen hierbij om het leven kwam. In Japan werkten krijgsgevangenen op scheepswerven, in fabrieken, kolen- en zilvermijnen, vanuit kampen nabij het werk.

Tewerkstelling vrouwen

De burgergeïnterneerden werden ook voor de Japanners aan het werk gezet. Zo moesten vrouwen voor de soldaten sokken breien, handschoenen naaien en petjes maken voor een paar dubbeltjes per stuk. Sommige vrouwen moesten touwdraaien of houten spijkers maken voor de scheepsbouw. In vrijwel ieder kamp moesten de geïnterneerden voor de Japanners varkens fokken en slachten. Ze moesten eerst zelf de hokken timmeren. Ook moesten ze groenten voor de Japanners verbouwen.

Troostmeisjes

Het Japanse leger had tijdens de oorlog overal militaire bordelen. Vooral Chinese en Koreaanse meisjes en vrouwen werden als seksslavinnen tegen hun wil vastgehouden, maar ook vrouwen uit Nederlands-Indië werden gedwongen als "troostmeisje" de militairen terwille te zijn tijdens de uitoefening van hun zware taak.

Zo’n 200.000 vrouwen werden gedwongen zich dag en nacht te prostitueren. "Troostmeisje" is dus wel een erg verhullend woord, dat door de slachtoffers wordt afgewezen. Pas na 1990 kwamen deze feiten goed in de openbaarheid.

Corvee

In de kampen was veel werk te doen, daarom stelden de kampbesturen corvee in. De organisatie hiervan was een hele klus. Je had ziekenhuiscorvee, keukencorvee, het reinigen van wegen, goten en beerputten, kampadministratie. Ook was er buitencorvee: werk op het land of het lossen van treinwagons. Het bood de mogelijkheid om even buiten het kamp te komen. Met sommige taken verdiende de corveeër een klein extra broodje en of een dubbeltje per dag.

Kinderen werken ook

Ook de kinderen, al vanaf acht jaar, hielpen mee. Tot zij in 1944 naar de jongenskampen vertrokken haalden de grote jongens het huisvuil op Daarna namen de grote meisjes deze taak over. Opgeschoten jongens en meisjes zaten ook in de transportploegen die hielpen bij de talloze verhuizingen en bij het laden en lossen van vrachtwagens. Andere kindertaken waren hout en water halen voor de keuken, werk in de tuin, gras snijden, de straat vegen. Binnen het eigen huishouden hielpen ze met allerlei klusjes.

Romusha’s

Dwangarbeid onder de Indonesische bevolking bestond ook. Werksoldaten, romoesha’s, werden onder dwang of valse voorwendselen als arbeiders ingezet voor de Japanse oorlogseconomie, met name bij de aanleg van spoorlijnen en vliegvelden. De Indonesische leider Soekarno ondersteunde het ronselen van deze mensen. Hun omstandigheden waren afschuwelijk, en aanmerkelijk zwaarder dan die van de krijgsgevangenen. Naar schatting hebben meer dan vier miljoen mensen voor de Japanners moeten werken. Honderdduizenden, meer dan de helft, zijn door ziekte, ondervoeding en mishandeling bezweken.

Uitgelicht

Mensen bezig met de aanleg van een spoorweg onder toeziend oog van bewakers

Kees van Willigen, Aanleg van de spoorweg. Thai-Birma-spoorweg, 1944. Coll. nr. 73274

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Gesproken tekst meelezen

Deze tekening is gemaakt door Kees van Willigen, die als dwangarbeider aan de Thai-Birma spoorweg werkte. Hij laat hier zien hoe zwaar dat werk was. De spoorrails lopen door een diep tracé dat met behulp van pikhouwelen en scheppen met de hand is uitgegraven. Nu nog wordt er aan de wand langs het tracé gewerkt door twee mannen met pikhouwelen. Iets verderop zijn mannen met scheppen bij de tracéwand in de weer. Ook zijn er mensen met het spoor zelf bezig. Om de zoveel meter staat een bewaker, zowel op als naast het tracé, waar je via ladders kunt komen. Je herkent ze aan hun wapen of gewoon omdat het de enige mannen zijn die recht overeind staan. Verderop zie je mannen dingen sjouwen en aan elkaar doorgeven. Misschien zijn het wel de bielzen die ze zelf hebben gemaakt van de bomen langs het tracé. Je ziet dat de spoorweg niet door professionals wordt aangelegd en dat het een haastklus is. De bielzen liggen schots en scheef en de rails lopen niet mooi strak.

Dwangarbeiders onderweg

Kees van Willigen, Dwangarbeiders onderweg. Thai-Birma-spoorweg, 1944. Coll. nr. 73277

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Gesproken tekst meelezen

Kees van Willigen heeft hier een stoet dwangarbeiders getekend op weg naar hun werk aan de Birmaspoorweg. Hun blikken zijn leeg en ze kijken strak voor zich uit. De twee voorste mannen lopen met ontbloot bovenlijf. Hierdoor zie je duidelijk hoe zeer ze zijn vermagerd. Je kunt hun ribben tellen. De een draagt een pikhouweel over de schouder, de ander een schep. Allebei hebben ze een ketting met hun kampnummer om. Ze worden gevolgd door drie andere dwangarbeiders. Een van hen, met een officierspet op het hoofd, is duidelijk ouder dan de anderen. Een bewaker, waarschijnlijk Koreaans, sluit de rij. Op de achtergrond suggereert de tekenaar een aantal kruizen. Passeert de groep een begraafplaats van dwangarbeiders die aan de ontberingen zijn bezweken?

Naar het volgende onderwerp

Verander van verhaallijn:
kind  man

Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van vrouwen

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Ga naar het begin van deze tentoonstelling