Luister naar verhalen van mensen die als kind de Japanse bezetting hebben meegemaakt:
Transcriptie van de gesproken tekst
De wc’s waren hoogst primitief: een gat in de grond, met aan elke kant de afdruk van een voet en kleine klapdeurtjes zonder sluiting. De badhokjes waren van riet en hadden halve klapdeurtjes. De waterkraan op het midden van het plein was voor het vullen van de tonnen voor de wc’s, voor het vullen van de waterteilen, voor de keuken en het mandiën.
Els Baljon, vrouwenkamp Struiswijk
Om je gek te lachen. Ze hebben iets nieuws uitgevonden: vliegenjacht. Dokter Nijdal heeft een redevoering gehouden over hygiëne en toen heeft hij gezegd dat degene die 100 vliegen doodsloeg een premie kreeg in de vorm van suiker. Toen zijn Annie en ik prompt aan de slag gegaan. En we hebben er 102 gevangen. Daverend hè? Ik heb mijn suiker zo puur opgegeten. Heerlijk.
Carla Vermeer-van Berkum, vrouwenkamp Gedangan, Java
De oudere meisjes, waaronder mijn zus en ik, werden aangewezen om dagelijks water te halen om de grote teilen in de wasloods en badruimte te vullen. Onder leiding van een wacht liepen we in een keten van waterdragers omlaag naar een riviertje in een ravijn. Het was spannend, want je was even buiten het kamp, maar het werk was zwaar en je moest opletten bij het terugklimmen niet te veel water te morsen.
Molly Roukens, vrouwenkamp Tomohon, Celebes
We hebben hier veel wandluizen, maar met deze medebewoners raak je ook al vertrouwd. Ook woont hier een grote rat, een leuk huisdiertje. ’s Avonds loopt hij over alle klamboes. Ik ben alleen bang dat hij eens bovenop mij zal vallen.
Sonja Paardekooper, vrouwenkamp Ambarawa 9, Java
Meer lezen: hygiëne
Hygiëne
Hygiënische omstandigheden in het kamp waren slecht. De geïnterneerden probeerden de kampen en zichzelf zo schoon mogelijk te houden, maar de Japanners zorgden niet voor voldoende water, zeep en schoonmaakmiddelen. Het was er vies en stoffig. Een ander probleem was ongedierte; het krioelde in de kampen van de ratten en luizen. De barakkenkampen zaten al vol wandluizen voordat de geïnterneerden er in trokken. Besmettelijke ziekten konden zich makkelijk snel uitbreiden.
In veel kampen waren te weinig wc’s. De kampbewoners moesten wachten op hun beurt of ver lopen. ’s Nachts gebruikten de mensen een po. Toiletten zoals wij die kennen, had je niet veel, meestal waren het hurktoiletten. De afvoer van de toiletten in de huizenkampen vormde een probleem. De beerputten liepen regelmatig over en moesten dan geleegd worden. Poepscheppen behoorde tot het corvee.
Uitgelicht
Transcriptie van de gesproken tekst
Ons toilet heet deze tekening die Joke Broekema in vrouwenkamp Aek Pamienke heeft gemaakt. Het tafereel straalt complete onttakeling uit. Het toiletgebouwtje is opgetrokken uit bamboe en riet. Het is over een goot heen geplaatst en bestaat uit 2 maal 7 toilethokjes met twee planken in het midden; is de sloot vol, dan moeten de bewoners van het kamp een nieuwe goot graven en verhuist het gebouwtje, zo weten we dankzij een verslag van Claasje Duin-Rietdijk, die als kind ook in dit kamp zat. In het begin zaten nog klapdeurtjes in de hokjes, zo weten we uit hetzelfde verslag, maar inmiddels komt de enige privacy van de schotten die je voor de ingang kunt zetten als je het toilet gebruikt.
De sfeer van onttakeling wordt vooral bepaald door de vrouwenfiguren op de tekening. Hangende schouders. Misschien door het gewicht van de emmers water in hun handen, maar waarschijnlijk uit moedeloosheid. Hun blik op de grond gericht. Misschien om de plassen te ontwijken, maar waarschijnlijk omdat ze de hoop hebben opgegeven. Versleten kleren. De twee nonnen op de tekening zijn er niet beter aan toe. Alleen de twee peuters in het midden van de tekening zijn zich niet bewust van hun situatie.
Transcriptie van de gesproken tekst
Het ontluizen der beddenplanken, heet deze potloodtekening van A.J.L. de Geer Boers uit 1945. Enkele mannen zijn buiten een stenen barak in de weer met de planken van hun bed. Ze stampen er hard mee op de grond of zitten zelf op de grond en halen er met de hand de luizen uit. Aan hun versleten kleding zie je dat het al laat in de oorlog is.
Het is een typische kampscène. Er is een verslag van Gerard Weijers die als jonge jongen in hetzelfde kamp zat, het Kampement 4de + 9de Bataljon in Tjimahi: ‘
“De zondag gebruikten we om onze slaapbanken te bevrijden van de wandluizen. Daartoe namen we de planken mee naar buiten en stampten we ze in de volle zon op de grond. De wandluizen vielen met honderden op het hete asfalt en verbrandden. De wandluizen in de draagconstructie van onze britsen moesten met veel geduld met de hand worden verwijderd. Deed je buurman niet mee aan de schoonmaak dan was al het werk voor niets. Je sliep na zo’n schoonmaak die nacht wat rustiger. Een vindingrijke man verhuurde voor wat tabak een kip, die driftig begon te pikken en heel wat van die zwartrode beestjes verorberde.”
Alle verhalen van vrouwen
Alle verhalen van mannen
Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.